|
|
|
|
|
Vivat Academia nummer 18
december 2019 -januari/februari 2020
|
|
|
|
|
|
Redactioneel --- |
|
LS
Dag VVA-leden overal te lande en in onze goede steden in Vlaanderen
Dag lezers, sympathisanten van de VVA en haar geschriften
Een bleek winterzonnetje kleurt onze dag. Dat brengt ook vreugde bij de publicatie van dit VVA-e-zine. Het is nummer 18 en dat is niet het laatste dat we hopen het daglicht, het zonlicht en het leeslicht te doen zien. Toch is er wat op til, moeten we verandering onder ogen zien. Het leven gaat door, gezond en wel, maar soms toch ook met wat meer rimpels in het gelaat en wat minder dichte haardos op het hoofd. Dat we ouder worden valt niet te ontkomen, maar met de jaren groeit wellicht de wijsheid, de belangstelling voor wat we willen weten, waarover we willen nadenken, wat we vluchtig aan ons voorbij laten gaan, maar waarvan we vaak toch ook wat in ons op willen nemen.
Hoe nu verder met de VVA? Jawel, de respectieve afdelingen in de verschillende Vlaamse regio’s gaan hun gang, vullen hun activiteitenprogramma en beleven zinrijke en ook gezellige gezamenlijke activiteiten. Maar in februari van het nabije nieuwe jaar 2020 kiezen de effectieve leden vanuit de afdelingen verenigd in de Centrale Raad in Antwerpen een nieuw hoofdbestuur. Kandidaturen worden ingewacht en de huidige voorzitter wil het reilend schip van de VVA verder sturen, maar op voorwaarde van engagement en bezielde inzet van de nieuwe bestuursleden. De functies worden na de verkiezing opnieuw toebedeeld. Uw dienaar van heel wat jaren stelt deze keer zijn kandidatuur niet meer opnieuw omwille van zijn rimpels en schaarser wordende hoofdharen. Voor hem is het heel die voorbije jaren goed geweest en hij wil van op de zijlijn nog heel graag toezien hoe het verder gaat.
Met het e-zine zal het dit academiejaar beslist nog verder gaan. Ook deze keer vinden de welwillende lezers een bosje teksten die hen mogelijk kunnen interesseren. Het is een bosje verschillende teksten rond menselijke problemen, wat filosofie en wetenschap, maar evenzeer nog met een aanbod van gedachtegoed dat tot de belangrijke intellectuele of academische thema’s behoort, die we als speerpunten voor de werking van de VVA blijven benaderen vanuit het publieke discours. De verengelsing van onze maatschappij en van het hoger onderwijs blijft een zorg in functie van de verdringing van onze eigen taal, die toch de eigen voedingsbodem is voor denken, voelen en welzijn. Onze eigen taal, het Nederlands en welbepaald ons gesproken Algemeen Nederlands dreigt hoe langer hoe meer aan aanzien te verliezen.
Statutair moet de VVA als Vlaamse maatschappelijk verantwoordelijke vereniging en beweging zich daarvoor met bedachtzaamheid maar ook met strijdvaardigheid blijven inzetten. Vanuit de organiserende VVA-afdeling Brussel wordt daarom het Standaardnederlands als thema naar voren geschoven voor de academische zitting van de Algemene Ledendag op zaterdag 28 maart 2020 in de Universitaire Stichting in Brussel. De Werkgroep Taal en Onderwijs van de VVA, waarvan uw dienaar coördinator is, neemt die verantwoordelijkheid voor een zinvolle invulling daarvan graag op zich.
In afwachting blijven we schrijven, nadenken en vergaderen om vanuit het Hoofdbestuur van de VVA onze vereniging op een behoorlijk academisch niveau te handhaven en haar werking intra muros en extra muros een beperkt maar toch een aanwezig maatschappelijk impact te bieden. Zo blijft ons e-zine dan ook een contact- en bindorgaan tussen leden en belangstellenden voor wat ons op een wat hoger dan een dagdagelijks niveau kan bezielen. Daarmee verwachten we een wat dulle en doelloze postmodernistische ingesteldheid te overstijgen.
Wat stevige belangstelling, wat tijd en wat geduld vragen we u allen voor die artikelen die we u voorstellen in e-zine nr. 18 met opvallend verschillende teksten: voluit digitaal neergeschreven, teksten met alleen verwijzingen via koppelingen naar onderliggende ruimere en langere teksten, hyperteksten met enkel gemarkeerde koppelingen die de lezers verder voeren, maar allemaal teksten die uw welwillende aandacht vragen en hopen te verdienen.
Nogmaals: den lezer heil. Lectori salutem.
Ghislain Duchateau,
eindredacteur
|
|
Omhoog |
|
'Veel hooggeschoolde ouderen overvalt het onbehaaglijke gevoel dat ze niet meer mogen deelnemen aan de samenleving'
|
Robert Vandenberghe
Ere-hoogleraar fysica UGent en als Bert Bergs auteur van thrillers
Actief in de VVA-afdeling Oost-Vlaanderen
|
|
|
|
|
In een periode van veertig jaar stijgt de gemiddelde levensverwachting maar liefst met tien jaar. Het gevolg hiervan is dat vele ouderen nog op latere leeftijd actief kunnen zijn, of ten minste dat gevoel hebben. Het verhogen van de pensioenleeftijd is hiervan een voor de hand liggende exponent, ook om de betaalbaarheid van de pensioenen voor de toekomst veilig te stellen.
We stellen echter vast dat in de samenleving een tegengestelde stroming ontstaat. Er heerst een nieuwe mentaliteit die ervan uitgaat dat de ouderen niet meer efficiënt kunnen functioneren in de snel evoluerende maatschappij. De ouderen zijn 'niet meer mee'. Ze ijlen na op de snel veranderende technologische omgeving en worden niet meer als economisch rendabel beschouwd.
Hierdoor maken veel ouderen, vooral hooggeschoolden, nu een 'latelife crisis' door. Ze ondergaan het onbehaaglijke gevoel nog te willen en te kunnen, maar niet meer actief te mogen deelnemen aan de samenleving. Een opmerkelijk signaal kwam er enkele jaren geleden van Jacques Rogge. Na zijn afscheid als voorzitter van het IOC, deed hij in de media zijn beklag over hoe hij plots niets meer betekende in zijn professionele omgeving. 'Oud worden' is een toenemende maatschappelijke handicap.
Men moet geen helderziende zijn om te voorspellen dat dit proces zich zal verschuiven naar jongere mensen. Waarom zouden vijftigers binnenkort niet afgeschreven worden in het beroepsleven? Het zijn mensen met een carrière achter de rug, die - om het cru te stellen - nog tot hun zevenenzestig in de weg zullen lopen tussen de jongeren. Tussen de dertigers en veertigers, die hoe langer hoe meer het maatschappelijke, economische en politieke landschap domineren.
Het is immers duidelijk dat de actieve samenleving aan een razend tempo verjongt. De tekenen zijn legio. Bedrijven worden geleid door alsmaar jongere directeurs en managers. In zakenrestaurants ziet men steeds meer dertigers en veertigers verschijnen, waar voorheen vijftigers en zestigers in maatpak de tafeltjes bezetten. In vele beroepstijdschriften en vakbladen zijn nog nauwelijks gezichten van vijftigplussers terug te vinden. Dit fenomeen is evenwel niet nieuw. In de jaren tachtig sprak men al van 'yuppies', maar dat was bij ons nog eerder uitzondering. Nu is het een feit.
Het was opmerkelijk toen men twintig jaar geleden in de media melding maakte van de 'Teletubbies', doelend op een stelletje 'jonge' politici van om en bij de vijfenveertig. Nu zijn er burgemeesters van dertig of zelfs jonger. In vele grote steden worden alsmaar meer leeftijdsrecords voor dit mandaat genoteerd. Ook ministers van die leeftijd zijn geen uitzonderingen meer. Charles Michel zat op zijn drieëntwintigste in de Kamer, werd twee jaar daarna minister in de Waalse regering en beklom op zijn achtendertigste de premierstoel. Vijf jaar later wordt hij Europees president. De gemiddelde leeftijd van de verkozenen in de Kamer is na de laatste parlementsverkiezingen verder gedaald tot 44 jaar* , ofschoon de ouderen meestal conservatief stemmen.
Op alle gebied komen jongeren meer op het voorplan. De actieve maatschappij verjongt zienderogen en de reclame en media spelen hier gretig op in. We stellen o.a. vast dat tv-zender één zich meer en meer focust op een jonger publiek. Het verschil met de jeugdzender Ketnet wordt alsmaar kleiner. Men zou de verjonging van de actieve maatschappij de 'verketnetting' van de samenleving kunnen noemen.
Sedert de technologieboom rond de eeuwwisseling, zijn het stilaan frisse hogeschool of universitair gediplomeerden die in de actieve wereld het heft in handen nemen. Van kindsbeen af hebben ze allerhande technologische gadgets gehanteerd. Via pc, notebook, tablet en smartphone hadden ze toegang tot onbegrensde informatiestromen. Ze hebben al de halve wereld afgereisd voor ze hun eerste stappen in het beroepsleven zetten. Kortom, ze hebben, in een veel kortere periode dan de vorige generatie, kennis en maturiteit opgebouwd in de breedste betekenis van het woord.
Maar zij zullen daar ook de prijs voor betalen. Die technologische omgeving zal tot op een zekere hoogte bijdragen tot de evolutie van de hersenen, maar dat is niet onbeperkt. De - wat we kunnen noemen - inputperiode, waarin via beroepsomgeving, workshops, opleidingen, stages, e.d. de nodige professionele ervaring wordt opgeslagen, gaat niet levenslang door. Het is welbekend dat het hoogtepunt in het cognitieve leervermogen bij de mens ligt rond de leeftijd van eenentwintig jaar. Daarna neemt de capaciteit om kennis te absorberen geleidelijk af. Levenslang leren is dus eigenlijk een relatief begrip. Het bijleren gaat steeds moeizamer. En nu vooral omdat nieuwe leerstof dikwijls door de snelle kennisevolutie niet eens meer aansluit bij de eerder verworven leercompetentie.
Op uitzonderingen na, volgt onherroepelijk een dieptepunt rond de leeftijd van veertig à vijfenveertig jaar. Op dat moment voelt men mentaal aan dat men het 'gehad' heeft. Het is een ogenblik waarop men onzeker de toekomst inkijkt. Zoiets is een al lang bekend fenomeen en maakt deel uit van de 'midlife crisis'. Het is ook een periode waarin men, zowel professioneel als op familiaal vlak, dikwijls onbezonnen dingen doet om zichzelf en de omgeving te bewijzen nog iets te kunnen realiseren. Maar gewoonlijk verdwijnt dit onbehaaglijk gevoel omdat men zijn weg vindt in het presteren op een ander gebied: professionele ervaring delen. En dat is wat we de outputperiode kunnen noemen. Een periode die zelfs dikwijls na de pensionering nog doorloopt als adviseur in besturen en raden. Verworven kennis delen met de jongeren. De regel is immers dat een rijke ervaring goud waard is. Of was. Want is dat nog zo?
De technologie en de bijbehorende denkprocessen evolueren zo snel dat de opgeslagen ervaring in vele gevallen al achterhaald is nog vooraleer men die kan delen. Ouderen moeten stilaan met lede ogen aanzien hoe ze niets meer kwijt kunnen aan de jongere generatie, die de steeds vernieuwende kennis zelf opbouwt. De outputperiode wordt bijgevolg een dode periode en de midlife crisis met een uitzichtloze toekomst zal snel ontaarden in een definitieve burn-out.
Daar waar vroeger een geleidelijke overgang bestond tussen de jongeren en ouderen, ontstaat nu een kloof die steeds maar groter zal worden. De signalen zijn er nu al. Hier en daar laten vijftigers horen dat ze op een zijspoor worden gezet. Bij sommige bedrijven, denk maar aan Proximus en recent nog KBC, worden massaal ouderen ontslagen om plaats te maken voor jongeren, niet in de eerste plaats vanwege het kostenplaatje, maar vooral wegens de vereiste technologische kennis en kunde.
Wie zich daarin echter niet kan vinden en denkt op latere leeftijd nog voldoende in de samenleving te kunnen functioneren en vooral de jongeren te kunnen adviseren, draait zichzelf een rad voor de ogen. Menigmaal wordt dan geargumenteerd dat jongeren te oppervlakkig zijn, te weinig levenservaring hebben en moeten blijven steunen op de kennis met diepgang van de ouderen. En daar zou een taak voor de oudere generatie weggelegd zijn.
Niets is echter minder waar. De ouderen hebben de neiging de jongeren te bekijken door de bril van hun eigen mentaliteit, opleiding en ervaring. Maar de jongeren zien het anders. Na een eerste diploma studeren ze dikwijls nog verder in een totaal andere discipline (de welbekende ManaMa) wat hun kennis verbreedt. Verder doen ze in hun vertrouwde milieu wel zelf de nodige kennis en levenservaring op. Zij moeten bij wijze van spreken niet gewezen worden op Gargantua en Pantagruel van Rabelais of Guernica van Picasso. De culturele achtergrond en levenswijsheid ontdekken ze zelf wel, eventueel op latere leeftijd.
Met hun rijke, doelgerichte bagage zijn ze in bepaalde opzichten dynamischer, hoppen van baan naar baan of vinden zich terug in zelfstandige beroepen, die twintig jaar geleden zelfs niet eens bestonden. Trouwens beroepen, die weinig inventiviteit vergen en meer gestoeld zijn op regelmaat of traditie, zullen verdwijnen. Laaggeschoolden worden vervangen door robots en software zal de plaats innemen van sommige hooggeschoolden. Samengevat, de jeugd doet het door de band genomen goed. Ze handelt nu al voldoende zelfstandig en voelt geen behoefte aan inbreng van de ouderen. Of hebben de jongeren toch meer nodig?
Tot besluit kunnen we alleen maar vaststellen dat de samenleving zich zorgelijk aan het opdelen is. Enerzijds wordt de actieve wereld hoe langer hoe meer gedomineerd door dertigers en veertigers. Anderzijds worden de ouderen op de zijlijn gezet. Ze worden in de jonge samenleving niet meer aanvaard en vinden 'zichzelf' alleen nog terug tussen hun leeftijdsgenoten. Ze cocoonen in allerhande seniorenverenigingen, waar de toetredende leden alsmaar jonger worden.
Deze situatie staat diametraal tegenover een hogere pensioenleeftijd en wordt uiteindelijk onbetaalbaar. Er zijn bijgevolg dringend maatregelen nodig om de ouderen - binnenkort zelfs vijftigplussers - opnieuw een plaats te geven in de actieve samenleving. Er moet werk gemaakt worden van een nieuwe symbiose tussen de twee leeftijdsgroepen. Een mentaliteitsverandering ten aanzien van de potentiële mogelijkheden van de ouderen, zou al een eerste stap in de goede richting zijn. Verder zijn er hoognodig nieuwe aangepaste leerprocedures en technologische hulpmiddelen vereist om de werkzaamheid van de ouderen in de snel evoluerende samenleving op peil te houden. En zoals columnist Jan Segers recent schreef, naar aanleiding van de herstructurering bij een bank: 'nooit mag de samenleving zich neerleggen bij de mens op overschot'.
De tekst werd ook gepubliceerd in Knack.be op 14 september 2019.
* Gert-Jan Put en Bart Maddens, Het profiel van de (Vlaamse) verkozenen in de Kamer: Een analyse van 1987 t.e.m. 2019, KULeuven, Vives Beleidspaper, mei 2019.
|
|
Omhoog |
|
“ Dromende van het huis “ - Joris Luyckx
(Bij een bezoek van V.V.A.Limburg aan Living Tomorrow
in Vilvoorde op 26 april 2019)
|
|
|
|
“Our house is a very, very fine house
with two cats in the yard.
Life used to be so hard
Now everything is easy cause of you….. “
( Cosby Stills ,Nash & Young)
Een huis kan nieuw of oud zijn zoals het ouderlijk huis in je dorp of stad, de plaats waar je alles en iedereen kent, waar de sterrenhemel duizendmaal mooier flonkert dan elders en de volle maan uit je kinderdromen als een oranje sinaasappel door de bomen scheen. Het is de plek waar je geboren en begraven wil worden. Waar je het paadje terugvindt waarin de verloren stappen van je kinderjaren gegrift staan. De plek waar moeder verhaaltjes las en nu de kleinkinderen spelen op het gras. Ouderlijke huizen kunnen warm zijn als de moederschoot, al worden ze ontvlucht op zoek naar nieuw geluk.
Huizen hebben een geschiedenis en een verhaal. Het kunnen woningen zijn van beroemdheden zoals Bateman's in Burwah (East Sussex), het stulpje van Rudyard Kipling, de schrijver van het “Jungle Book“.
Het kunnen ook spelonken zijn van het kwaad zoals het verlaten hotel op de heuvel
in “Psycho“, de film van Alfred Hitchcock, dat gerund wordt door de psychopaat Norman Bates (Anthony Perkins).
In het dagelijkse leven zijn onze woningen het begin en eindpunt van onze verplaatsingen. Thuis komen is de haven bereiken, de geborgenheid en veiligheid. Het gezegende oponthoud, de rust – en pleisterplaats vol zaligheden, ons jachtslot of onze vossenburcht. “My house is my castle “. Odysseus had bij Calypso een échte dolce vita en toch verlangde hij naar huis. Ook Candide van Voltaire had het gehad met de wereld en wilde terug naar zijn tuin.
Een huis kan heilig zijn zoals een huis van God, een kathedraal. Men spreekt ook van
“heilige huisjes“ in de zin van instellingen of instituten die afgegrendeld, ongenaakbaar zijn of taboe. Het krom geworden huis buigt zich langzaam als een oude moeder over zijn bewoners.
Vele leefkamers zijn tempels waar het voorvaderlijk geslacht herinnerd wordt met een galerij van foto’s. Het is de plaats waar men ons met rust laat en niet vraagt hoe we leven het hele jaar door, waar we leven vrij van stress, een boek lezen of de regendruppels tellen op het raam naar de tuin.
Het huis is een verscholen liefdesnest, mysteriestad en leugenlabyrint. Het heeft zijn geheimen, verborgen kamers, kelders, nissen en ruimten tussen de spouwmuren. Je kan er van alles verbergen in kruipkelders, onder tapijten, achter schilderijen of spiegels, achter zolderbalken of schoorstenen of in staande klokken.
Het zijn opslagplaatsen van menselijke hamsters die alles verzamelen en bijhouden in kartonnen of blikken dozen, die niets weggooien of wegschenken en alles oppotten zoals de oude vrek Harpagon in “L’Avare“ van Molière of de gierige geldwisselaar Scrooge in “A Christmas Carrol“ van Dickens.
Het huis is ook een schatkamer voor de speurders, maar de woning is onschendbaar, volgens de Grondwet, tenzij in de gevallen door de wet bepaald. Maar vluchten kan niet meer, want zelfs de maan staat vol kruiwagentjes en op Venus staan instrumenten.
|
|
Omhoog |
|
Pacificatielezing 2019 - Er is nood aan polyfonie in onze maatschappij
|
Jan Raes, algemeen directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest (tot eind 2019)
|
|
|
|
|
Op zaterdag 9 november 2019 om 15 uur hield Jan Raes de 36e Pacificatielezing in de Grote Kerk in Breda.
U kunt deze Pacificatielezing downloaden door hierop te klikken: Download Pacificatielezing 2019 Jan Raes (PDF).
Het voorwoord van voorzitter Axel Buyse kunt u downloaden door hierop te klikken: Voorwoord 36e Pacificatielezing (PDF)
Brabant Cultureel publiceerde het volgende artikel over de lezing: Jan Raes houdt 36e Pacificatielezing: ‘Er is nood aan polyfonie in onze maatschappij’
Bron: http://pacificatielezingen.org/lezing-2019/
|
|
Omhoog |
|
De wereldorde ontrafeld - Jonathan Holslag
Verslag van de VVA-lezing in VVA-Brugge op 18 oktober 2019 - Bruno Comer
|
|
|
|
De projectie van de wereldbol die op het scherm verscheen tijdens deze voordracht, sprak boekdelen over de inhoud ervan. Op die kaart staan Australië en Zuid-Oost-Azië centraal en is Europa maar een ver afgelegen gewest aan de zijkant.
De spreker zette vooral de opkomst van China in het licht, ook op het militaire vlak. Momenteel concentreert het zich vooral op de eigen regio waar het zijn overwicht wil bestendigen. Het westen reageert verbeten, wat het succes van de populistische bewegingen verklaart. Het grootste gevaar voor de wereldvrede is het geloof dat zij zomaar zal blijven duren.
Kortom, wij zijn ver van het optimisme van rond de eeuwwisseling toen de verwachting was dat alle landen de succesvolle combinatie van democratie en vrije markteconomie zouden importeren.
De spreker waarschuwde ervoor dat Vlaanderen zich moet hoeden voor een economische uitverkoop aan China en Saoedi-Arabië in ruil voor investeringen. Frankrijk en Nederland trekken ook investeringen aan, maar tegelijkertijd investeren hun bedrijven in het buitenland. Vlaamse bedrijven doen dit veel minder en op termijn kan ons dat zuur opbreken. De achterstand van Wallonië mag tot geen Vlaamse zelfvoldaanheid leiden.
De voordracht eindigde met een oproep om de ruggen te rechten. Problemen kunnen alleen opgelost worden door samenwerking.
Bruno Comer
Voorzitter VVA – Regio Brugge
’t Ezelsvel Postiljon van de Vlaamse Academici – Regio Brugge nr. 96 – November 2019
Vrijdag 18 oktober 2019
|
|
Omhoog |
|
Kroniek van Taal en Onderwijs 5 – Ghislain Duchateau
Drie onderwerpen :
- het onderwijsluik in het Vlaamse regeerakkoord
- het nieuwe onderzoeksrapport over de Staat van het Nederlands
- de studiedag Neerlandistiek in Gent van 11 oktober 2019
|
|
|
|
De Kroniek van Taal en Onderwijs 5 heeft Ghislain Duchateau, de coördinator van de Werkgroep Taal en Onderwijs van de VVA, voorgesteld tijdens de Centrale Raad van de VVA in Antwerpen op zaterdag 19 oktober 2019.
Vlaams regeerakkoord – het onderwijsluik
Meer kwaliteit, meer en betere leerkrachten en strenger hoger onderwijs: dit zijn de onderwijsplannen van Jambon I
Freek Willems
maandag 30 september 2019
De nieuwe Vlaamse regering van de N-VA, CD&V en Open VLD wil naar eigen zeggen op vijf grote uitdagingen een antwoord bieden:
- de kwaliteit van het onderwijs
- het lerarentekort en hun status
- de juiste begeleiding van kinderen op de juiste plaats
- het capaciteitstekort
- de studieduur in het hoger onderwijs
Om die uitdagingen aan te gaan, somde toekomstig minister-president Jan Jambon een aantal maatregelen op. Hoe die precies vorm zullen krijgen, is nog niet altijd duidelijk. Na een belronde horen we dat veel aangekondigde maatregelen nog uitgewerkt moeten worden door de nieuwe minister van Onderwijs.
Lees verder VRT-Nieuws 30-9-2019
De volledige tekst van het regeerakkoord raadpleegt u hier.
De samenvatting bevat de rubriek: Excellent onderwijs blz. 3-5.
Het tekstgedeelte Onderwijs staat onder de titel ‘Uitdagingen en visie’ blz. 17-20
Dan volgt ‘Concrete voorstellen’ blz. 21-36.
Secundair onderwijs blz. 36-37
Hoger en volwassenenonderwijs – Levenslang leren blz. 38-42
Drie punten uit dat laatste onderdeel citeren wij hier graag. Zij stemmen tot nadenken.
- De regeringscommissarissen screenen de communicatie die de instellingen over hun studieaanbod voeren. Vaststellingen van misleidende communicatie leiden tot overheidsingrijpen waarbij de gevoerde communicatie wordt afgevoerd en bij herhaling er een financiële sanctie wordt opgelegd.
- Om resultaten van wetenschappelijk onderzoek vlot te kunnen verspreiden in Vlaanderen moet het Nederlands als wetenschapstaal overeind blijven. Binnen Europa moeten we ervoor ijveren om wetenschappelijke publicaties maximaal te ontsluiten zonder hoge kosten voor de instellingen of voor de gebruiker en los van dure platformen. Onderzoek gefinancierd door Vlaanderen, wordt steeds vergezeld van een beperkte vertaling in het Nederlands.
- Gelet op de versterking van de positie van het Nederlands in het basis- en secundair onderwijs kan voor de bachelors het aandeel anderstalige opleidingen licht worden opgetrokken tot maximaal 9%. We zien strikt toe op deze beperking, net zoals op het ontstaan van zogenaamde ‘spookopleidingen’ waarmee onvolwaardige Nederlandstalige equivalenten worden aangeboden. Van het onderwijzend personeel en het academische personeel belast met een onderwijsopdracht dat de Nederlandse taal niet beheerst op het vereiste ERK-niveau binnen de vooropgestelde termijnen, wordt de onderwijsopdracht niet verlengd. De regeringscommissarissen treden desgevallend op.
Geciteerd van blz. 40 – Cursivering door de redactie.
Staat van het Nederlands
Onderzoeksrapport Staat van het Nederlands (Taalunie, Meertens Instituut, UGent)
Het onderzoek naar de ‘Staat van het Nederlands’ wordt in opdracht van de Taalunie uitgevoerd door het Meertens Instituut in Nederland en Friesland, de Universiteit Gent in Vlaanderen en Brussel, en het Instituut voor de Opleiding van Leraren in Suriname.
In 2018 is het eerste herhalingsonderzoek van de Staat van het Nederlands uitgevoerd. Hierbij ligt de focus op een aantal specifieke deelgebieden binnen het sociaal verkeer, het online gebruik en de wetenschap.
Lees hier het nieuwsbericht met een overzicht van de resultaten (2019).
Een greep uit de samenvatting van de resultaten van het onderzoek:
- Talengebruik in sociaal verkeer en op sociale media
· In Nederland en Vlaanderen blijft het Nederlands de dominante taal in het sociaal verkeer. 85,2% van de Nederlandse respondenten zegt altijd Nederlands te spreken met familie, vrienden en bekenden, en onder de Vlaamse respondenten is dat 90,6%.
· Het gebruik van het Fries wordt beduidend meer gerapporteerd. Vooral de jongere generaties (onder de 65 jaar) zeggen meer Fries te gebruiken.
· Op sociale media neemt het gebruik van Engels naast Nederlands in zowel Nederland als Vlaanderen af. In Nederland van 27,0% naar 23,6%, in Vlaanderen van 24,6% naar 22,7%. In Brussel neemt het wel nog toe van 20,2 % naar 24,7 %.
- Talengebruik in het hoger onderwijs en de wetenschap
Uit het eerste onderzoek in 2016 bleek dat het hoger onderwijs vooral in Nederland, in de masteropleidingen en aan de technische universiteiten, sterk aan het verengelsen was en dat wetenschappelijke artikelen en proefschriften nauwelijks nog in het Nederlands werden gepubliceerd.
· Aan de Nederlandse universiteiten is het exclusieve gebruik van Engels nog toegenomen van 10,4% in 2016 naar 20,0% in 2018. Tegelijkertijd neemt het maatschappelijk draagvlak voor hoger onderwijs in een andere taal dan het Nederlands af van 60,9 % naar 54,5 %.
· Aan de Vlaamse universiteiten is er geen significante stijging in het exclusieve gebruik van Engels, van 2,5 % in 2016 naar 2,8 % in 2018, maar neemt het maatschappelijk draagvlak voor hoger onderwijs in een andere taal dan het Nederlands juist nog toe, van 71,1 % in 2016 naar 75,3 % in 2018.
Uit aanvullend onderzoek naar het talengebruik aan de Universiteit Utrecht, de Universiteit Antwerpen en de Anton de Kom Universiteit van Suriname, blijkt dat:
· de universitaire werking en communicatie in Nederland het meest verengelst;
· er vooral in de masteropleidingen en voor onderzoek veel Engels wordt gebruikt;
· er bij Geschiedenis nog wel in het Nederlands wordt gepromoveerd en gepubliceerd, maar dat dit bij Wiskunde niet of nauwelijks nog het geval is.
Met dit herhalingsonderzoek is het mogelijk om ontwikkelingen en tendensen in het talengebruik op te volgen en te bekijken waar eventueel nieuwe beleidsmaatregelen nodig zijn om de positie van het Nederlands te behouden of te verstevigen. Met deze eerste herhaling wordt meer aandacht besteed aan talige variatie binnen het Nederlands en al dan niet erkende streektalen, en worden voor het eerst ook de talenkeuzes in Suriname geïnventariseerd.
Onderzoeksrapporten
2019
Tijdens een academische zitting op 17 september 2019 in het Oude Stadhuis van Breda hebben de drie onderzoekinstanties de resultaten van dit herhaald onderzoeksrapport bekend gemaakt voor een uitgelezen publiek van taalkundigen en onderwijsdeskundigen. Uw redacteur was ook uitgenodigd.
Studiedag Neerlandistiek - KANTL Gent - 11 oktober 2019
De studiedag Neerlandistiek werd georganiseerd binnen het raam van de vijfde Week van het Nederlands van de Nederlandse Taalunie (NTU).
Hij greep plaats binnen de schoot van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) en met ondersteuning van de Academie.
Papers van de sprekers studiedag Neerlandistiek
We verstrekken de onderwerpen van de sprekers van de studiedag.
- De studie Nederlands - nood aan deconstructie, Johan De Caluwe - Universiteit Gent
- Taalkunde en letterkunde als het uitgangspunt voor het schoolvak Nederlands, Karin Echten - leerkracht Nederlands
- Bijdrage studiedag neerlandistiek, Wim Vandenbussche – VUBrussel
- Wie zaait, zal oogsten, dr. Theo Witte, vakdidacticus Nederlands - Rijksuniversiteit Groningen
- Zieltjes winnen, José Vandekerckhove, voorzitter Netwerk Didactiek Nederlands (NDN)
- De literaire canon: waarom eigenlijk (niet)? - Dirk de Geest – KULeuven
- Naar een analyse van de inhoud van de neerlandistiek, Peter-Arno Coppen, Radboud Universiteit Nijmegen
- Neerlandistiek in crisis? Weg met Calimero! - Lieve De Wachter, KULeuven.
Alle papers zijn samengebracht in één pdf-document dat u hier kunt openen en lezen.
Uit de lezing van prof. Wim Vandenbussche, sociolinguïst aan de VUB, lichten wij een bijzonder treffend fragment, dat verontrustend is maar ons als academici ook duchtig doet nadenken over de reële situatie van de beheersing van de Nederlandse standaardtaal in het middelbaar en het hoger onderwijs. Hij roept de neerlandici ook actief op om samen te ageren rond deze problematiek.
'Neerlandici moeten niet enkel vooroplopen bij duiden, verdedigen en ondersteunen van de maatschappelijke rol van de Nederlandse standaardtaal, maar bovendien ook actief anderen verzamelen rond die bekommernis. Ik stel dit niet vanuit overjaarse heimwee naar ABN-acties of taaltuiniers, maar wel omdat de dagelijkse onderwijsrealiteit ons eens te meer met de neus op bekende feiten drukt aan het begin van de school- en academiejaren.
De mythe dat ‘elke leerkracht een taalleerkracht is’ en de politieke waanidee dat je zoiets de werkelijkheid in zingt als je het maar vaak genoeg herhaalt, wringt en schuurt tegen het voortschrijdend inzicht dat de standaardtaal de facto een marginale plaats heeft verworven in het middelbare onderwijs. Op taalleerkrachten na, wordt heel wat kennis en kunde over schoolvakken in allerhande tussenvariëteiten overgedragen. Of dat erg is of niet, daarover zijn ondertussen een paar bestsellers geschreven, maar het is een feit dat jongeren die standaardtaal niet meer ‘standaard’ mee krijgen, in hun voorbereiding op een wereld waarin die standaard wel degelijk nog een rol speelt.
Wanneer ik anderzijds vaststel dat vijfentwintig tot dertig procent van de generatiestudenten aan de universiteit fundamentele problemen heeft met begrijpend lezen, basisgrammatica en het academische jargon in het Standaardnederlands, dan geeft het geen pas om de ‘schuld’ over de vooropleiding af te roepen, en de eigen inspanning te beperken tot een tamelijke workshop taalvaardigheid of, erger nog, het compleet ‘ontzorgen’ van een instelling door alle taalondersteuning via een commercieel internetplatform te laten lopen.
We weten dit allemaal, ik speel voor echo van vaststellingen die jaarlijks het eind van de
zomer kleuren, maar ‘the powers that be’ slagen er blijkbaar niet in om er iets fundamenteels aan te doen. En voor iemand mijn soort, de sociolinguïsten, de zwartepiet toespeelt: vaststellen dat er een aantal feiten zijn en proberen te begrijpen hoe dat komt, staat niet gelijk aan moedeloos aanvaarden of vergoelijken.'
Tot slot daarbij
De Werkgroep Taal en Onderwijs van de VVA is niet ongevoelig voor deze problematiek en wil die dan ook zo relevant mogelijk aan de orde stellen tijdens de Academische zitting van de volgende Algemene Ledendag in Brussel op 28 maart 2020. Het thema is immers Standaardnederlands.
Ghislain Duchâteau
|
|
Omhoog |
|
Het vertrouwen in wetenschap is niet zoek - Massimiliano Simons
|
Massimiliano Simons is filosoof en werkt aan een proefschrift over hedendaagse ontwikkelingen in de levenswetenschappen, zoals synthetische biologie en metagenomica. |
|
|
|
|
In het kort:
- Het algemeen vertrouwen in wetenschap blijft hoog
- Het vertrouwen verschilt sterk tussen groepen op basis van geslacht, afkomst en politieke ideologie
- Er bestaat verschil tussen vertrouwen in wetenschap in het algemeen en in concrete wetenschappen
Steeds luider en vaker wordt beweerd dat het vertrouwen in wetenschap en haar resultaten zoek is. Dat lijkt niet te kloppen, maar wel verschilt het vertrouwen in wetenschap naargelang wie en wat men vraagt.
Mensen maken zich meer en meer zorgen over wetenschap. Steeds luider en vaker wordt beweerd dat het vertrouwen in wetenschap en haar resultaten zoek is. Daar lijken ook genoeg redenen voor te geven. We zitten met schandalen rond wetenschappelijke fraude zoals het geval Diederik Stapel of de vermeende ‘replicatiecrisis’ in wetenschap die vele van haar resultaten niet zou kunnen repliceren.
Ook gaat het over een toename van pseudowetenschappelijke claims, zoals rond het idee dat de aarde plat is of dat vaccins autisme zouden veroorzaken, gefabriceerde controverses rond klimaatverandering of een blijvend publiek scepticisme tegenover genetisch gemodificeerde organismes of kernenergie.
Voorbeelden hiervan komen regelmatig in het nieuws. In Nederland is er bijvoorbeeld ophef over hoe de boze boeren de cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) simpelweg in vraag stellen en iemand als Dirk Draulans ergert zich al lang aan de onwetenschappelijke houding van jagers in Vlaanderen.
Lees het volledige artikel in Eos Wetenschap
|
|
Omhoog |
|
De schuldenberg wordt onbeheersbaar – Paul Becue
|
|
|
|
De schuldenberg is volgens het IIF (Institute of International Finance) gedurende de eerste helft van 2019 in de hele wereld met 7.500 miljard euro verder gestegen tot het duizelingwekkende bedrag van 250.000 miljard USD, of ongeveer 228.000 miljard euro.
Zware last
Er is daarenboven geen enkel teken dat wijst op een vertraging van deze toename, zodat eind dit jaar een last van 255.000 miljard verwacht wordt, voornamelijk onder impuls van de Verenigde Staten en China, die 60 % van de toename op zich namen. Sinds 1999, toen de schuld 80.000 miljard USD bedroeg, is ze reeds verdrievoudigd!
Dit bedrag is 320 % van het bruto binnenlands product (BBP) in de wereld. Met andere woorden: iedereen in de wereld moet ongeveer 3 jaar en 2,5 maand werken om deze schuldenberg aan te zuiveren, zonder er iets in ruil voor te krijgen tot eigen noodzakelijk verbruik (zoals eten en drinken). Of om het anders uit te drukken: iedere persoon in de wereld torst een schuld van 32.467 USD. Zelfs in ons land is dit al veel, maar in werkelijkheid is de last nog zwaarder. Het grootste deel van de burgerbevolking woont immers in de derde wereld, waar de landen veel minder kapitaalkrachtig zijn.
McKinsey Global Institute
De wereldvermaarde McKinsey & Company publiceert ook geregeld een studie over de schuldberg. De laatste dateert echter al van februari 2015. De cijfers zijn hier wel enigszins verschillend, maar ze dateren wel reeds van 2014: de wereldwijde schuld bedroeg toen 199.000 miljard USD, wat overeenkwam met 286 % van het wereld BBP. Interessant om te weten is dat het grootste aandeel van die schuld van de overheid kwam (58.000 miljard USD), gevolgd door de bedrijven (56.000 miljard USD), de financiële wereld (45.000 miljard USD) en de huishoudens (40.000 miljard USD). De jaarlijkse samengestelde groeivoet was het hoogst bij de overheid met 9,3 % tussen 2007 en 2014, gevolgd door de bedrijfssector met 5,9 %.
België
België behoort tot het peleton van de landen met de grootste schuld. De globale schuld bedraag nu 344 % van het BBP (327 % in 2014) volgens Mc Kinsey. Positief is dat de overheidsschuld rond 100 % van het BBP blijft schommelen, maar ook dat dreigt nu te ontsporen door het feit dat we al bijna een jaar zonder krachtdadige federale regering zitten.
Opkomende economieën
Het probleem is relatief groter bij de opkomende landen, omdat de externe buitenlandse schuld daar veel zwaarder is. Japan bijv. heeft een overheidsschuld die 200 % van het BBP is (totale schuld is 373 % BBP), maar ze wordt voornamelijk intern gefinancierd door de Japanse spaarder en niet door het buitenland. Macro-economisch maakt dat een groot verschil.
In de opkomende economieën kunnen hogere rentes, samengaand met een zwakkere munt en minder deviezeninkomsten, de druk op de aflossing van de buitenlandse schuld sterk verhogen. En dat op een dubbel vlak: enerzijds kan de rentelast fors toenemen, anderzijds kan de kapitaalaflossing ook sterk stijgen. Dat laatste is het gevolg van het feit dat diverse landen leningen in deviezen zijn aangegaan (geen cijfers beschikbaar), omdat de rente dan goedkoper is in vergelijking met financieringen uitgedrukt in de lokale munt. Het is dan niet uitgesloten dat diverse landen in gebreke zullen komen. Turkije is daar een mooi voorbeeld van, vooral omdat het zichzelf financiert op de korte termijn.
Daarbij heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aangetoond dat de opbouw van private en publieke schuld de duur en intensiteit van de recessies veel sterker kan verergeren in de opkomende landen. Dat verschil is toe te schrijven aan het feit dat de overheden in de groeilanden veel minder middelen hebben om via hun fiscale politiek de economie te ondersteunen.
Oorzaken toename
De belangrijkste oorzaak van de forse schuldgroei is de lage rente. De rente is al meer dan 10 jaar historisch laag en in sommige gevallen zelfs negatief! Dat is een gevolg van de financiële crisis in 2008-2009. Het was toen ook nodig, maar de overheden hebben niet de moed gehad dat tegen te draaien. Tenzij tijdelijk in de USA. De reden is het feit dat ondanks de forse stimuli de economisch groei al bij al matig bleef.
De laatste tien jaar werd shadow banking (schaduwbankieren) ook steeds belangrijker. Dat werd mogelijk doordat de reguliere banken steeds sterker onderworpen werden aan reguliering na de financiële crisis (de Bazel akkoorden). Shadow banking ontsnapte daar grotendeels aan en kende een grote expansie. Het omvat alle financiele diensten die niet verschaft worden door de normale banken of verzekeraars. Men noemt het de vulkaan onder het financiële stelsel. De beruchte grote hedge funds maken daar deel van uit en maken het hele financiële systeem labiel, alhoewel er hier ook enige vorm van reglementering zijn intrede doet. In China is de schuld meer dan verviervoudigd sinds 2007 o.a. door dat fenomeen en de financieringen in de vastgoedsector, wat tot luchtbellen leidde. Relatief zou de Chinese schuld “nog maar” 256 % BBP zijn zonder Hong Kong (in de buurt van de USA met 249 % BBP).
Nadelen
De centrale bankiers in de westerse wereld schijnen zich hierover niet al te veel zorgen te maken, maar investeerders vrezen dat het de catalysator zou kunnen worden van een grote economische crisis.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft er al voor gewaarschuwd dat bijna 35 % van de bedrijfsschuld, of 19.000 miljard USD, in gebreke zou kunnen vallen wanneer er een globale economische recessie zou komen en dat in alle grote economische landen. Het kan tot een gevaarlijk negatief domino-effect leiden.
Doordat de mogelijkheden van een stimulerende monetaire politiek zijn uitgeput, zou men een beroep kunnen doen op fiscale stimuli. Die riskeren echter het begrotingsdeficit, en a fortiori de globale schuld, te verhogen. Landen met een hoge schuld (Italië, Libanon), of waar die sterk toeneemt (Argentinië, Brazilië, Zuid-Afrika, Griekenland) zijn zeker in hun mogelijkheden beperkt.
Helikoptergeld
Men zoekt nu als alternatief naar het helikoptergeld als nieuw tovermiddel. Het houdt in dat grote sommen geld worden gecreëerd en door de centrale bank direct onder de bevolking worden verdeeld teneinde de economie te stimuleren (bijv. een paar duizend euro per persoon). Maar de burger moet er in ruil niets voor teruggeven. De aanduiding helikoptergeld wordt ook gebruikt als algemene aanduiding voor onconventionele (schok)maatregelen om de economie ten tijde van deflatie te stimuleren. Het komt overeen met het drukken van geld en is zelfs een vorm van monetaire financiering van het overheidsdeficit. Dat kan op termijn tot een sterke toename van de inflatie, en zelfs hyperinflatie, leiden.
Welke oplossing?
Dat is een heel moeilijke vraag. Enerzijds zou de schuldtoename gestopt moeten worden, maar met de huidige lage rente is dat moeilijk. Daarbij dreigt de economische groei dan in het gedrang te komen, net zoals bij een stijgende rente. Anderzijds moet die economie groeien om de schuldenberg relatief kleiner te maken tegenover het BBP, als het niet nominaal kan. België slaagde erin zijn overheidsschuld te reduceren van boven de 130 % van het BBP begin jaren ’90 tot zelfs 87 % in 2007. Maar dat kan moeilijk met forse besparingen. Men zit vast in dit dilemma. Ondertussen tikt de schuldtijdbom maar verder, totdat zij eens riskeert de ontploffen. Een zware recessie is dan onvermijdelijk.
Het artikel van de hand van VVA-voorzitter Paul Becue verscheen op dinsdag 26 november 2019 op de website van Doorbraak.
|
|
Omhoog |
|
Dwarsverband en kruisbestuiving. ‘Het isgelijkteken’ van Robbert Dijkgraaf - Geerdt Magiels
Boekrecensie = 15 november 2019
|
Geerdt Magiels is bioloog en filosoof. Hij schrijft en praat over wetenschap, kunst en kennis, biologie, breinen en gedachten. Zijn stem is te horen op Radio 1 en hij schrijft onder meer in de Standaard der Letteren. Hij is ook auteur van diverse boeken. Hij is al vele jaren verbonden aan Het MisVerStand, een organisatie die de heersende misverstanden en vooroordelen over mensen met psychische problemen en hun behandeling wil bestrijden. |
|
|
|
|
Proberen en mislukken, vallen en opstaan horen bij wetenschap. Die is nooit af, stelt steeds opnieuw dingen in vraag, twijfelt bij elke hypothese.
Albert Einstein had in 1916 het bestaan van zwaartekrachtgolven voorspeld op basis van zijn algemene relativiteitstheorie. Twintig jaar later stuurde hij samen met collega natuurkundige Nathan Rosen een artikel naar het tijdschrift Physical Review waarin ze terugkwamen op die spectaculaire hypothese en doorrekenden dat die golven onmogelijk konden bestaan. De redactie van het tijdschrift retourneerde het manuscript samen met het kritische rapport van een anonieme referent die een redeneerfout blootlegde. Einstein schreef verontwaardigd terug over deze ongevraagde ‘peer review’ (wat toen noch als woord noch als evaluatiesysteem bestond) en dreigde het artikel elders aan te bieden. Dat deed hij ook, maar na correctie van de fout zodat de hypothese van de zwaartekrachtgolven toch overeind bleef. Tachtig jaar later werden ze voor het eerst in het echt waargenomen in het LIGO-lab van Caltech en MIT. In 2017 kregen drie fysici daarvoor de Nobelprijs.
Deze anekdote uit de annalen van de wetenschap is leerzaam omdat ze laat zien hoe wetenschappelijk onderzoek een bezigheid is van mensen die feilbaar, ambitieus, voortvarend, kortzichtig en geniaal kunnen zijn. Het zijn ook verhalen die laten zien dat vergissingen een essentieel onderdeel zijn van de moeizame zoektocht naar betrouwbare kennis. Proberen en mislukken, vallen en opstaan horen bij wetenschap. Die is nooit af, stelt steeds opnieuw dingen in vraag, twijfelt bij elke hypothese.
Lees de hele recensie op de website van De lage landen
Robbert Dijkgraaf, Het isgelijkteken, Prometheus, Amsterdam, 2019, 304 p - € 19,99
|
|
Omhoog |
|
|
|
Recente berichten op de VVA-Facebookpagina
Nieuwsberichten geplukt uit de actualiteit rond thema's
die een publiek van Vlaamse academici kunnen boeien
Klik op >
LEES DE BERICHTEN
of hieronder:
|
|
|
|
|
|
|
We vestigen blijvend de aandacht op de vele interessante artikelen die geregeld verschijnen op de Facebookpagina van de VVA. Het gaat hier nu om 10 berichten vanaf 24 november tot 4 december 2019. Het nieuwste bericht staat eerst, het oudste laatst.
Klik op het Facebookicoontje of log in met je Facebookaccount. Je kunt ook rechtstreeks op de bron klikken.
- WISKUNDEKENNIS EN VOORAL LEESVAARDIGHEID VAN VLAAMSE LEERLINGEN BLIJFT ACHTERUITGAAN
3-12-19
Bron : Belga
Vlaamse leerlingen van 15 jaar scoren wel nog steeds beter dan hun Frans- en Duitstalige collega's, maar hun kennis van wiskunde en wetenschappen en vooral hun leesvaardigheid blijft achteruitgaan. Dat blijkt uit het driejaarlijkse PISA-onderzoek.
Lees het hele artikel
- NODIG / NOODZAKELIJK
4-12-2019
Verwarwoordenboek
Jan Renkema
In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek.
Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld willen zien, plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
nodig / noodzakelijk
Er is een betekenisverschil.
nodig wat je niet kunt missen, waaraan behoefte is
Sorry, ik heb nu zelf mijn boor nodig.
Altijd willen opvallen, hij moet weer zo nodig.
noodzakelijk wat moet gebeuren, echt nodig
Ik vind vergaderen een noodzakelijk kwaad.
Lees het hele artikel
- TUSSENTAAL – OOK VOOR NIEUWKOMERS? OF PAARD VAN TROJE IN DE VLAAMSE SCHOLEN?
4-12-2019
Artikel in het tijdschrift Internationale neerlandistiek 57 nr. 3 verschijnt als eerste artikel
‘Over de tweestrijd tussen taalnorm en taalrealiteit : Hoe NT2-leerkrachten uit een Gentse school worstelen met niet-standaardtalige variatie in het NT2-onderwijs’ De auteurs zijn
Lybaert, Chloé; van Hest, Ella; Van Cleemputte, Sara. Vakgroep Taalkunde UGent
Het artikel wordt gepresenteerd als een onderzoeksartikel.
Iedereen kan het lezen, want het is in Open Access gepubliceerd.
Het is te lezen met gefronste wenkbrauwen.
Focus bij de lectuur van het artikel vooral ook op de inleiding en op 5 Discussie en conclusie
Het artikel
- LAATSTE ZORG VAN JOHAN TAELDEMAN, HOOGLERAAR TAALKUNDE UGENT:
de sjwa-klank [ə ] IN HET NEDERLANDS
4-12-2019
In 2017 overleed Johan Taeldeman. Tijdens de laatste jaren van zijn leven merkte hij geregeld op dat in de bekende FAND (de Fonologische Atlas van de Nederlandse Dialecten) één heel belangrijke klank grotendeels buiten beeld was gebleven: de niet gespecificeerde vocaal sjwa. Ook die verdiende naar zijn oordeel een plaats in het panopticum van de Nederlandse klankgeografie. Taeldeman sprak meer dan eens de hoop uit dat die lacune alsnog ingevuld zou worden, en in zijn laatste levensmaanden schoof hij dat dan ook voorzichtig als een mogelijk project naar voren.
Onlangs verscheen een nieuw nummer van het tijdschrift Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Taal en Letteren, met als titel ‘Drie visies op de frequentste klank van het Nederlands’. Dit nummer, dat handelt over (diverse aspecten van) de sjwa, is opgevat als een postuum eerbetoon aan Johan Taeldeman.
Neerlandistiek
- ‘DE LEUGENS DIE ONS BINDEN – EEN NIEUWE KIJK OP IDENTITEIT” (1-10-2019)
Kwame Anthony Appiah
Omschrijving
Wie ben ik en waar hoor ik bij? We zijn man, vrouw, moslim, christen, zwart, wit – en daaraan ontlenen we onze eigenwaarde. Het zegt iets over onze dromen, verwachtingen en beperkingen, over onze familie, nationaliteit, cultuur en religie. Maar waarom gaan we op zoek naar bevestiging van een enkele identiteit, terwijl we bestaan uit meerdere?
Bestsellerauteur Kwame Anthony Appiah schreef een opzienbarend boek over de identiteitspolitiek die onze huidige samenleving polariseert. We benadrukken maar al te graag de verschillen met anderen en de overeenkomsten met gelijkgestemden. Maar die generalisatie brengt ons niet verder, aldus wereldburger Appiah. Levendig en met veel persoonlijke anekdotes, historische, culturele en literaire voorbeelden ontleedt hij de verhalen die we onszelf vertellen – en hoe we op dat vlak verkeerd redeneren. Zo gaat religie lang niet alleen over geloof, gaan racistische gedachten terug op achterhaalde wetenschap en zijn we als mensen niet herleidbaar tot een paar benamingen, maar zijn we zoveel meer.
Appiah presenteert met 'De leugens die ons binden' een nieuwe manier van denken, waardoor onze blik op onszelf en op onze gemeenschappen radicaal zal veranderen.
Recensie in Trouw
Recensie in de Volkskrant
Inkijkexemplaar met het Woord vooraf
- MARISS JANSONS – RUSSISCH DIRIGENT – OVERLEDEN
3-12-2019
Mariss Jansons, oud chef-dirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest, is in zijn woonplaats Sint Petersburg overleden. Maestro Jansons geldt als één van de grootste dirigenten van zijn tijd. De geboren Let werkte in zijn carrière met het Oslo Filharmoniske Orkester, het London Philharmonic Orchestra en het Pittsburgh Symphony Orchestra. Zijn chefschap in Amsterdam combineerde hij aanvankelijk met dat van het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks.
Lees verder en klik door op de video en het persbericht
- ‘EEN WAARACHTIGE FRANK BOMANS IN ALGEMEEN NEDERLANDS?
HET IS MIJN HEILIGE OVERTUIGING’
Peter Casteels
27-11-2019
Peter Casteels was ontgoocheld om in de startnota van Bart De Wever te lezen dat de VRT in fictieproducties kan afwijken van de Nederlandse standaardtaal. 'Waarom, meneer De Wever?'
Als het over tussentaal in de kunsten gaat, ben ik misschien wel een fundamentalist. Danig teleurgesteld was ik dan ook in de startnota die Bart De Wever in augustus publiceerde, en die op dat punt helaas ook de basis vormde van het Vlaamse regeerakkoord. 'De VRT hanteert in principe de Nederlandse standaardtaal', schreef hij daarin, waarna hij er meteen een uitzondering aan toevoegde. 'Maar kan daar in fictieproducties van afwijken', stond er. Waarom, meneer De Wever? Het is mijn heilige overtuiging dat zelfs Pol Goossens in staat is een waarachtige Frank Bomans, de archetypische arbeider uit Thuis, neer te zetten in Algemeen Nederlands. Hij heeft daar alleen betere tekstschrijvers voor nodig.
Lees verder
- HET LEVEN VIEREN EN EREN
Het leven als opgave
28-11- 2019
Pinar Akbas
Reflectie op de zin van het leven en het levenseinde
Ik moet ver weg verzonken zijn geweest in mijn gedachten. Turend naar de Noordzee kwam ik in trance, ik sloot alle prikkels af: joelende kinderen, ouders die hun kroost bijeen riepen, smartphones, verkeer, toeristen… Ik was mij bewust van de beelden en de activiteiten rondom mij, maar ik vond daar rust, turend in de verte, in de hoop een boot te kunnen zien. De zomer was moordend, 40 graden in Hasselt op mijn appartement was niet vol te houden; de hitte maakte mij loom. Ik moest wel naar ginds vluchten voor wat verkoeling. De trance werd onderbroken door een rollator die tegen mijn enkel stootte. Ik keek op en zag een verontschuldigende blik in mijn richting kijken. In haar handen had ze een pakje frieten vast. Ik begreep wat ze bedoelde en schoof een zitplaats op. Ze at in stilte, in haar tempo, turend naar de horizon. Daar zaten we dan, ik hield wel van dat plaatje. De onbekende mevrouw gaf mij rust in mijn hoofd en ziel. Het was alsof ik naar mijn toekomst had gekeken.
Lees verder
- BEGAAFD, BELEZEN EN BEMINNELIJK
28-11-2019
Mia Doornaert
Het gaat hier nog steeds over Gaston Durnez. Mia Doornaert was collega op de redactie van De Standaard. Dit is een collegiale lofbetuiging voor een zo verdienstelijk man als Gaston Durnez was.
Vroeger waren wij veel jonger. Het is een verrukkelijke titel die Gaston Durnez meegaf aan de herinneringen aan zijn kinderjaren en jeugd (2008). Het is typisch voor zijn zin voor humor en zachte absurditeit.
Ik heb Gaston vele jaren gekend op de redactie van De Standaard, waar ik begin januari 1970 binnenkwam. Het waren nog jaren van ratelende schrijfmachines, en niemands machine ratelde sneller dan de zijne. Niet te verbazen van iemand die op zijn zestiende het beroepsleven was ingestapt met een diploma van dactylografie, en driemaal (1958-1960) snelheidskampioen van België was geweest.
Lees zeker verder
-
OPINIE – NIET TEGEN ENGELS, WEL VOOR NEDERLANDS
24 -11-2019
Godelieve Laureys
Onder de titel 'Against English: pleidooi voor het Nederlands' is bij de Wereldbibliotheek net een lijvig debatboek verschenen over de toenemende verengelsing van het onderwijs in Nederland. Daarin stellen Nederlandse academici, columnisten en schrijvers de 'doorgeslagen situatie' in het onderwijs in Nederland aan de kaak.
Hoewel de titel prikkelend is, houdt hij ook een gevaar in. Wie in het verweer gaat tegen het Engels, verliest in onze gemondialiseerde samenleving het pleit. We moeten niet zozeer tegen het Engels zijn, maar voor het Nederlands. En we moeten er ook alles aan doen om de veerkracht van onze taal te behouden.
Lees de hele tekst van em. prof. dr. G. Laureys
|
|
Omhoog |
|